De afgelopen dagen waren op z’n zachts gezegd vreemd. Eerst maar even terug naar de nacht van woensdag op donderdag, waar de snurkwedstrijd met grote overmacht gewonnen is door de man die zich ook zo prettig in zijn kruis liet kijken. Wat een decibellen kwamen daar uit. Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt. Maar gelukkig kon ik toch niet slapen want mijn spoelcatheter deed het niet meer. Althans het deel waarbij de spoelvloeistof mijn blaas ingepompt werd deed het uitstekend, de afvoer niet en andersom zou een veel aantrekkelijker combinatie geweest zijn. Donderdagochtend vroeg werd ik naar de poli Urologie gereden waar ze meer verstand van dit soort zaken hebben, in de hoop dat zij het spul weer werkend zouden kunnen krijgen. Het lukte daar ook niet om het ding weer werkend te krijgen en dus werd er een nieuwe geplaatst maar die deed het ook niet. Het lag dus niet aan de apparatuur, maar aan mij. Nieuwe uitdaging, nieuwe oplossing: een operatie. Vanwege de narcose mocht ik fijn alweer een dag nuchter blijven.

Bij terugkeer op de afdeling was er een verrassing: ik was verhuisd! Ze hadden me weggehaald bij de mannen en verhuisd naar een kamer waar een bejaarde mevrouw op lag. Een heel stuk aangenamer kan ik vertellen. Donderdag werd verder een dag van niets doen en wachten, want dokter Van Plan had het plaatsen van de drain in mijn rechternier nogmaals verplaatst, deze keer naar a.s. dinsdag. Uiteindelijk werd ik als allerlaatste geopereerd. Zo’n 10 minuten voordat ik gehaald werd belde mijn moeder die mij vertelde dat mijn broer die middag was overleden. Dat was echt zo onverwachts. Er werd mij nog gevraagd of ik de operatie nog wel door wilde laten gaan. Ik had de hele dag zitten wachten zonder iets te eten en drinken en niemand zou er wat aan gehad hebben als ik mij niet had laten behandelen, dus heb ik het wel door laten gaan. De operatie is verder goed verlopen, maar om 6 uur kwam de verpleegkundige mijn bloeddruk en temperatuur controleren en ik had koorts, hoge koorts. Dus vertrok ze voor overleg met de dienstdoende arts. Er werd weer wat bloed afgetapt voor een kweek en zij kwam terug met een spuit met antibiotica. Dat ging ze in het baby-infuusje dat donderdagmiddag met veel moeite nog in mijn hand geprikt was en toen al zo’n zeer deed, spuiten. Ja, dat deed ook verschrikkelijk veel zeer. Vrolijk riep de mevrouw nadat ik haar gevraagd had te stoppen dat er dan even een nieuw infuus geprikt moest worden. Ik ontplofte bijna. Negen dagen lang is er in mij geprikt en gepord, er is geduwd en getrokken en doordat ik zo weinig gegeten had ben ik behoorlijk afgevallen, ik was op. Het was genoeg: er werd niet meer in mij geprikt. Ik riep dat tegen de mevrouw en dat ik die antibiotica in de vorm van een tabletje in zou nemen. Ik was helemaal klaar met het ziekenhuis. Ik voelde me een wrak, ik was doodmoe van alle onderzoeken en behandelingen. Van de negen dagen heb ik er zeven nuchter doorgebracht en ondertussen ook nog even vernomen dat mijn broer overleden was, aan kanker! Ik wilde naar huis, ik wilde slapen, ik wilde rusten en ik wilde dat er niemand meer aan me zou zitten. En dus ben ik vrijdagmiddag naar huis gegaan, in een rolstoel omdat ik een wandeling van de afdeling naar de uitgang al te veel vond. De artsen waren het niet helemaal eens met mijn keuze, maar het blijkt dat mijn gevoel hierover wel de juiste is. De koorts is weg, ik voel me iedere dag weer verder opknappen, mijn blaas doet het en ik voel dat ik weer wat meer energie krijg. Dit was precies wat ik nodig had.

Morgen ga ik dus wel voor de drain in de rechternier, want ik wil die toch graag ook weer wat beter werkend zien te krijgen anders kan ik de chemo niet doen en ik wil toch nog wel even mee. Als dat goed gaat wordt dat gewoon een dagopname en ben ik ’s avonds weer thuis. Morgen moet er ook weer bloed geprikt worden om de nierfunctie te meten, dus helaas wordt er morgen wel weer flink in mijn geprikt, maar daarna ligt het ziekenhuisbezoek stil tot 6 januari want dan heb ik pas de volgende afspraak met mijn eigen arts en dan maken we vast weer een leuk nieuw plan, want dat kunnen wij heel goed.